Het verhaal van Miriam
Miriam was de oudere zus van Mozes en Aaron. Zij was degene, die op baby Mozes paste, toen hij verstopt lag in zijn biezen mandje aan de oever van de Nijl. En zij was het ook, die de list bedacht om hun eigen moeder voor te dragen als zijn voedster, toen de dochter van Farao zich over het baby'tje ontfermde.
Tijdens de uittocht uit Egypte leidde Miriam de vrouwen, ze aanmoedigend met gezang. Zij had een magische bron, die altijd bij haar was, en die de dorstigen laafde en de zieken genas. Allengs werd het sociale klimaat vrouw - onvriendelijker, en tenslotte kwam Miriam, wier naam "bittere zee" betekent, in opstand. Zij vroeg zich hardop af, waarom God zich wel rechtstreeks tot Mozes richtte maar nooit tot haar. In plaats van een antwoord kreeg zij lepra. Ze werd uit het kamp gezet. Na een week was zij genezen en mocht ze terugkomen.
Maar zij heeft nooit meer gesproken en stierf in Kadesh Barnea, voordat het beloofde land bereikt was.